Doel Diabeteseducator

Een diabeteseducator heeft u de nodige uitleg omtrent de diabetes en zijn complicaties , orale medicatie, toediening van injecties (incretine/insuline) en hoe om te gaan met diabetes, rijbewijs aanpassing, …

Diabetes is een heel complexe materie

De extra aandacht die wij vestigen bij SDW-Thuisverpleging is de hygiene van de voeten bij Diabetespatiënten.

Ik werk met een team van opgeleide Verpleegkundigen, waarbij ik gespecialiseerd ben als diabeteseducator, wondzorg en stoma verpleegkundige.

Wij hebben veel diabetespatiënten in de praktijk waardoor we dagelijks in contact komen met de mogelijke complicaties en symptomen van Diabetes.
Wij begeleiden zelf onze patiënten tot een ideale glycemieregeling waarbij de patient zich ook veel beter voelt en geruster voelen ivm hun ziektebeeld.
Bij ons worden de voeten dagelijks gewassen en geïnspecteerd ,wat vooral belangrijk is bij diabetespatienten om mogelijke complicaties te voorkomen.
Er wordt direct opgetreden indien er tekenen aanwezig zijn die zorgwekkend zijn.

Bekijk hier mijn visie ivm Diabetes

Wat is Diabetes?

Het is een chronische aandoening die gekenmerkt wordt door een te hoog suikergehalte in het bloed.

Diabetes wordt ook wel eens suikerziekte of Diabetes melitus genoemd.

De 2 oorzaken:

  1. het lichaam maakt onvoldoende insuline aan
  2. de geproduceerde insuline is niet werkzaam genoeg

In beide gevallen kunnen de cellen onvoldoende suiker (glucose) opnemen, waardoor het zich ophoopt in het bloed en stijgt.

2 Types

Type 1

Ontstaat meestal bij kinderen en jongvolwassenen (jonger dan 40jaar) en treft minder dan 10% van alle personen met diabetes.

Bij type 1 diabetes valt het eigen afweersysteem de bètacellen van de alvleesklier (pancreas) aan en vernietigt ze. Het lichaam maakt daardoor geen of onvoldoende insuline aan. Vandaar dat het noodzakelijk is om levenslang insuline in te spuiten. Bij deze diagnose treden de symptomen meestal op korte tijd op en zijn doorgaands zeer uitgesproken. Het gaat vooral om veel plassen, dorst, vermageren en vermoeidheid.

Type 2

Ontstaat meestal bij mensen vanaf 40jaar en treft 90% van de mensen die aan diabetes lijden.

De 2 oorzaken:

  1. het lichaam maakt onvoldoende insuline aan
  2. de geproduceerde insuline is niet werkzaam genoeg

Risicofactoren die de kans op verhogen:

  • Erfelijke aanleg
  • Overgewicht
  • Gebrek aan lichaamsbeweging

Dus een gezondere levensstijl verminderd de kans op het krijgen van Diabetes.

Men heeft weinig of geen klachten van de diagnose.

Sommige symptomen kunnen diabetes aan het licht brengen; een niet genezende infectie, een tragere wondgenezing.

Symptomen; veel plassen, dorst en vermoeidheid.

Hypoglycemie

Er is sprake van hypoglycemie of “hypo” als je bloedsuiker te laag – onder de 60 à 70 mg/dl – komt. Een hypo krijg je wanneer er te veel insuline in het bloed is ten opzichte van de hoeveelheid suiker.

Dat kan diverse oorzaken hebben:

  • te veel insuline inspuiten.
  • onvoldoende voedselinname, bijvoorbeeld bij het achterwege laten of uitstellen van een maaltijd.
  • hoger energieverbruik dan gewoonlijk (bijvoorbeeld sport, grote lichamelijke inspanning).
  • een te grote alcoholinname, zonder gelijktijdig gebruik van koolhydraten.
  • bepaalde medicatie.

Symptomen

Veel voorkomende symptomen bij een hypo zijn: hongergevoel, zweten, beven, hartkloppingen, bleek zijn, koude voeten, duizeligheid, licht gevoel in het hoofd, angst, agressiviteit, afwezigheid en onscherp zien. De hypoverschijnselen verschillen van persoon tot persoon. Zelfs bij één en dezelfde persoon zullen de verschijnselen niet altijd dezelfde zijn.

Hoe reageer je op een hypo

Als je één van de hiervoor opgesomde tekenen ervaart, is het van cruciaal belang om eerst je bloedsuiker te meten. Voel je je echter te beroerd, of heb je geen materiaal bij de hand, dan ga je best meteen over tot actie. De behandeling van een hypo uitstellen is gevaarlijk. Bespreek de waarde waarbij je moet ingrijpen met je behandelend arts of diabeteseducator De Wannemacker Sandy.

Tien tot vijftien gram snelwerkende koolhydraten innemen, volstaat in de meeste gevallen. 15 gram koolhydraten zijn (ongeveer) 4 à 5 druivensuikers of 150 ml (3/4 glas) frisdrank (geen light). Als je snelwerkende koolhydraten hebt ingenomen, moet je wel een tiental minuten geduld oefenen, vooraleer de suikers in het bloed zijn opgenomen. Als de symptomen na tien minuten nog steeds niet verdwenen zijn, controleer de bloedsuikerspiegel dan opnieuw en indien nog te laag neem een tweede portie snelwerkende koolhydraten in. Neem alleen een tweede hoeveelheid als de symptomen echt niet overgaan. Krijg je tussen twee maaltijden in een hypo, of ’s nachts, dan volstaat de behandeling met snelwerkende suikers niet. Het is dan beter ook een kleine snack te nemen, zoals een boterham, een stuk fruit of een vezelrijke koek.

Hyperglycemie

Er is sprake van hyperglycemie of “hyper” als je bloedsuikerwaarde sterk oploopt en boven de 250 mg/dl blijft. Een hyperglycemie ontstaat meestal geleidelijk, met een verloop over enkele uren tot dagen. Maar ook in dit geval is tijdig opsporen en bijsturen de boodschap. Op korte termijn kan een hyperglycemie leiden tot uitdroging en bij personen met diabetes type 1 tot de vorming van ketonen, dat kan op zijn beurt leiden tot ketoacidose (= verzuring van het bloed). Als de bloedsuikers te lang hoog blijven, bestaat het risico op beschadiging van hart- en bloedvaten, nieren en ogen.

Een hyperglycemie kan verschillende oorzaken hebben:

  • ziekte.
  • te veel eten.
  • onvoldoende lichaamsbeweging.
  • onvoldoende gebruik van insuline.
  • ongebruikelijke, belangrijke stress.
  • bepaalde medicatie.
  • onbekende oorzaak.

Symptomen

De verschijnselen bij een hyperglycemie zijn: veel plassen, veel dorst en vermoeidheid. Bij langdurig hoge waarden kan men ook vermageren. Je hebt niet altijd last van deze symptomen bij een verhoogde bloedsuikerspiegel, maar toch is het belangrijk om hoge bloedsuikerwaarden goed op te volgen en te behandelen.

Ketoacidose

Bij personen met diabetes type 1 is er vooral gevaar voor ketoacidose. Bij dit proces komen er giftige stoffen, ‘ketonen’ vrij, die de zuurtegraad van het bloed verhogen en zo tot celbeschadiging kunnen leiden en coma. Ketonen zijn opspoorbaar in de urine of in het bloed met teststrips. Symptomen van ketoacidose zijn: braken, algemeen zwaktegevoel en slaperigheid, wazig zicht, maagklachten, adem die naar appeltjes ruikt, gevoel van ademnood en diepe ademhaling. Verwittig steeds onmiddellijk je arts bij dergelijke symptomen.

Behandeling hyperglycemie bij diabetes type 2

Bij een eenmalig verhoogde waarde hoef je niet meteen te panikeren. Maar als de waarden regelmatig en aanhoudend verhogen, is het aangewezen de behandelend arts te contacteren. Belangrijk is vooral om voldoende te drinken om uitdroging te vermijden. Als je een glucosemeter hebt, kan je bij een hyperglycemie regelmatig de bloedsuikerspiegel controleren. Anders moet je de huisarts vragen om dit te doen. Na een hyperglycemie is het belangrijk om te onderzoeken wat er de oorzaken van waren en daar lessen uit te trekken. Weet echter dat niet elke hyperglycemie te verklaren is. Soms stijgt de bloedsuiker zonder een duidelijk aanwijsbare reden.

Behandeling hyperglycemie bij diabetes type 1

Regelmatige glycemiecontrole is steeds van belang. Naast meten is natuurlijk ook reageren belangrijk. Bij een te hoge glycemie moet je extra insuline inspuiten. Je kan je hierbij baseren op het bijspuitschema dat je krijgt van je behandelend team. Vergeet ook niet om voldoende te drinken. Voor personen met diabetes type 1 is het bij waarden vanaf 250 mg/dl en zeker als je ziek bent, buikpijn hebt of moet braken, ook belangrijk de aanmaak van ketonen zo vroeg mogelijk op te sporen. Dit kan gemakkelijk thuis gebeuren. Als er ketonen zijn, is een snelle aanpassing van de insulinedosis nodig om ontsporing tot diabetische ketoacidose te voorkomen. Met behulp van specifieke teststrips kun je de aanwezigheid van ketonen in je urine bepalen. Als je meer kans hebt om snel ketonen aan te maken of tot een risicogroep behoort, is het aangewezen de aanwezigheid van ketonen op te sporen via bloedonderzoek. Risicogroepen zijn bijvoorbeeld kleine kinderen, personen met een insulinepomp, zwangere vrouwen en mensen die al vaak ketonen hebben aangemaakt. Een specifieke meter laat je toe bloed van een vingerprik (capillair bloed) te onderzoeken door middel van een ketonenstrip. Deze zijn nauwkeuriger dan urinestrips, maar wel veel duurder.

De diagnose

Wordt in principe gesteld na een labo-onderzoek van twee bloedafnames. Er zijn meerdere manieren om een diagnose te stellen maar bloedsuikerwaarden die verkregen zijn met een vingerprik zijn in ieder geval niet geschikt . De bloedafname gebeurt best nuchter. Een nuchtere bloedsuikerwaarde (glycemie) hoger of gelijk aan 126 mg/dl wijst op diabetes. Bij een waarde tussen 100-125 mg/dl spreekt men gestoorde nuchtere glycemie of ‘prediabetes’. Wanneer de bloedafname op een willekeurig moment van de dag (niet nuchter) gebeurt, kan men pas met zekerheid van diabetes spreken als de bloedsuiker meer dan 200 mg/dl bedraagt. Bij zeer duidelijke symptomen van diabetes is de vaststelling van één afwijkende bloedsuikerwaarde in het labo, voldoende om de diagnose diabetes te stellen.

Sinds enige tijd wordt de diagnose soms ook gesteld via de bepaling van het HbA1c (= ‘versuikerde’ hemoglobine) in het bloed. Meer dan 6,5% of 48 mmol/mol wijst op diabetes. Ook in dit geval zijn twee metingen nodig om een goede diagnose te stellen. Deze methode wordt momenteel niet terugbetaald in ons land voor wie nog geen diabetes heeft.

Bij prediabetes kan je alvast een aantal zinvolle maatregelen nemen: bij overgewicht enkele kilo’s vermageren, gezond eten en regelmatig bewegen. Verder is het aangewezen de bloedafname na verloop van tijd, bijvoorbeeld na 6 maanden, te herhalen.

Ontstaan Type 2 diabetes

Ontstaat door een onvoldoende werkzaamheid van insuline, in combinatie met de achteruitgang van de alvleesklier. Er zijn verschillende factoren die een rol spelen in de ontwikkeling van type 2 diabetes, en vaak ook samen voorkomen. Erfelijkheid speelt zeker een rol, en dit is zelfs belangrijker dan bij mensen met type 1 diabetes. Daarnaast is er een duidelijk verband met overgewicht of obesitas en een ongezonde leefstijl zoals te weinig lichaamsbeweging, een ongezonde voeding of roken. Tenslotte heeft ook leeftijd een belangrijke invloed: naarmate men ouder wordt, en reeds vanaf de leeftijd van 45 jaar, stijgt de kans om type 2 diabetes te ontwikkelen. Vroeger sprak men daarom soms over ‘ouderdomsdiabetes'. Tegenwoordig komt de aandoening, mede door onze veranderde leefstijl, ook op jongere leeftijd voor. Uitzonderlijk stelt men zelfs type 2 diabetes vast bij adolescenten.

Waarom we type 2 diabetes ontwikkelen is nog niet helemaal begrepen. Het gaat wellicht om een ingewikkeld samenspel van verschillende factoren die bepalen of je type 2 diabetes krijgt. Aan sommige risicofactoren, zoals erfelijke aanleg of leeftijd, kan je uiteraard weinig doen. Maar gelukkig zijn er wel manieren om de aandoening te voorkomen als je een verhoogd risico loopt. Zo is wetenschappelijk bewezen dat je type 2 diabetes heel goed kan voorkomen of tenminste lang uitstellen, door gezond te leven.

Ontstaan van type 1

Is nog niet alles geweten. Meestal vinden we bij mensen met type 1 diabetes wel antilichamen in het bloed, die gericht zijn tegen onderdelen van de betacellen van de alvleesklier met als gevolg onvoldoende productie van insuline. Deze antilichamen zijn onderdeel van ons afweersysteem en hebben normaal als functie om indringers zoals virussen en bacteriën te vernietigen. Wanneer deze antistoffen foutief tegen lichaamseigen weefsel worden aangemaakt, spreekt men van een auto-immuun ziekte. Waarom het afweersysteem dit doet, is nog onduidelijk. Enerzijds blijkt een duidelijke erfelijke voorbeschiktheid te bestaan. Anderzijds zullen factoren zoals virale infecties en stoornissen in het immuunsysteem, de aanmaak van antistoffen in gang zetten. Type 1 diabetes ontstaat meestal bij kinderen of jongvolwassenen (jonger dan 40 jaar).

Belangrijk om weten is dat wie type 1 diabetes krijgt, zelf geen schuld treft. Hij of zij had niets kunnen doen of laten om de aandoening te voorkomen.

Alarmsignalen Diabetes

In tegenstelling tot type 1 diabetes, heeft type 2 diabetes niet altijd even uitgesproken of typische symptomen. Door het sluimerende verloop wordt type 2 diabetes vaak jaren te laat ontdekt. Op het moment van de diagnose is er al heel wat schade aangericht ter hoogte van weefsels en organen!

Er wordt geschat dat ongeveer 1 op 3 mensen die type 2 diabetes hebben, dit niet weten. Daarnaast zijn er ook heel wat mensen die, zonder het te weten, een sterk verhoogd risico lopen om type 2 diabetes te ontwikkelen. Het is echter heel belangrijk om bij die groep mensen diabetes zo snel mogelijk op te sporen en risicofactoren duidelijk in beeld te brengen. Op die manier kan men nog tijdig ingrijpen en erger voorkomen.

Hoewel de volgende symptomen ook in andere omstandigheden kunnen voorkomen, moeten ze toch een ‘alarmbelletje’ doen rinkelen:

  • veel dorst en droge mond.
  • dikwijls plassen.
  • onverklaarbare vermoeidheid.
  • sterk vermageren ondanks normale eetlust.
  • moeilijk genezende wonden.
  • verminderd gezichtsvermogen.
  • krampen, tintelingen of pijnen in voeten of benen.
  • herhaalde schimmelinfecties van vagina of penis.
  • herhaalde blaasontstekingen.

Wanneer je een verhoogd risico hebt voor type 2 diabetes of wanneer je klachten hebt die hierboven werden beschreven, ga dan naar je huisarts. Deze kan met een eenvoudig bloedonderzoek nagaan of je bloedsuiker verhoogd is. Dit bloedonderzoek gebeurt best nuchter.

 

Facebook

Heb je vragen over een bepaald
onderwerp?

CONTACTEER ONS